Denk je aan landgoederen en landhuizen, dan zie je weidse gebieden voor je met veel groen en vogels, en met rijke mensen. Je denkt hoe dan ook aan het platteland, want een landhuis past eigenlijk niet in de stad, en al helemaal niet in of vlakbij de binnenstad. Behalve in Assen, waar Overcingel aan de rand van het centrum ligt.
Overcingel is in 1777 gebouwd, in opdracht van Johannes van Lier. Het huis bestond destijds uit slechts één verdieping en had nog niet de twee uitbouwen die het nu telt. De tuin werd aangelegd in een klassieke stijl, met rechte lijnen. Joannes Henricus Petrus van Lier, zoon van de bouwheer, heeft een deel van de tuin opnieuw vormgegeven in landschapsstijl.
Ooit besloeg de grond van Overcingel nog praktisch het hele gebied tussen de Rolderstraat en het Oosterhoutje. Daar is nu aanzienlijk minder van over. Doordat Assen uitbreidde, kromp het landgoed steeds meer. Gelukkig hebben het huis en de siertuin deze groei overleefd.
Voor bezoekers ligt Overcingel op een ideale plek, zo tussen het station en de binnenstad in. De gemeente vond dit ook en bedacht in 2006 dat er een voetpad moest komen over het landgoed. Dit pad zou lopen van het station tot aan het Drents Museum en maakte onderdeel uit van het bestemmingsplan ‘Erfgoed Kwartier’.
Henk van Lier Lels, de laatste particuliere eigenaar van Overcingel, had geen problemen met bezoekers en zette de poort van het landgoed vaak open. Maar dit plan ging hem te ver. Hij weigerde voor dit plan grond te verkopen. De tuin van Overcingel was er niet om er argeloos doorheen te lopen. De mogelijkheid om te genieten van het unieke stukje groen in Assen zou naar zijn mening onvermijdelijk worden aangetast door de stroom forenzen en het zwerfvuil dat zij achterlieten.
Hij heeft zijn zin gekregen. Na zijn dood werd Drentse Landschap eigenaar van Overcingel. Ter nagedachtenis van Henk van Lier Lels is de tuin nog steeds voor een klein bedrag (van één euro) te bezoeken. Bezoekers kunnen dan naar hartenlust genieten van de tuin. Ze moeten dan wel via de singel komen, want de ingang aan de stationskant zit nog altijd potdicht.
Wim Boerée
Geef een reactie