De buitenplaats in de wereld van Havank
door: Laura Ietswaart
Een buitenplaats is vaak gevuld met oude spullen. Bankjes waar je niet op mag zitten, Japanse kasten, glimmende serviezen en kamerpotten. Alles netjes opgesteld achter een touwtje en te bewonderen vanaf een loper. Deze gebouwen komen tot leven door de aanwezigheid van hun historische bewoners in de vorm van portretten. Deze mensen die hier rondliepen voor de tijd van afzetlintjes, kijken op ons neer en laten ons fantaseren over hoe hun leven daar ooit is geweest.
Iemand die ook fantaseerde over deze mensen uit het verleden, was de detectiveschrijver Henrikus Frederikus van der Kallen, beter bekend als Havank. Hij was goed bevriend met Gerard van Wageningen, eigenaar van de buitenplaats Dekema State in Jelsum, Friesland. Havank kwam in de jaren vijftig veel op Dekema State. Gedurende deze tijd raakte hij geobsedeerd door het portret van Anna Maria van Burmania, geschilderd in 1754. In een brief beschrijft hij hoe hij haar op Dekemastate ‘ontmoette’, alsof ze de kamer was binnengetreden. Hij werd verliefd op haar, iemand uit het verleden die hij nooit zou kennen.
Anna Maria figureert in twee van zijn boeken: Caviaar en cocaïne en Minuet te middernacht. Havank begon haar steeds meer te zien als een levend persoon, iemand die gesprekken met hem voerde over zijn boeken. Elke ochtend op de Dekema State wenste hij Anna Maria een goedemorgen. Zijn obsessie ging zo ver dat, bij zijn dood, Jan van Wageningen stiekem een foto van haar portret in de doodskist van Havank plaatste toen de begrafenisondernemer even de andere kant op keek.
In Minuet te middernacht komt Anna Maria van Burmania voor in de gedaante van Lady Ann, een historische figuur die op mysterieuze wijze aan haar einde komt. Ook zien we haar terug als het ‘Franse freuletje’ Anne-Marie de Passy, die sprekend op Lady Ann lijkt. Het verhaal is Havanks liefdesbrief aan de buitenplaats en aan zijn beeld van Anna Maria van Burmania. Havank schreef zichzelf in het verhaal als Harro Vance. Harro’s liefdesrelatie met Anne-Marie de Passy is een verder bewijs van zijn obsessie met Anna Maria van Burmania.
Alle aspecten van Havanks idee van de buitenplaats komen samen in dit boek: een oud kasteel, adellijke lieden, een bal, moorden, spoken en een vloek – kortom een recept voor een spannend verhaal. Toch overheersen de stereotypen en het rommelige plot. Zoals in meer boeken van Havank typeert hij alle vrouwen aan de hand van hun uiterlijk. De ‘goede’ vrouw is een mooi jong meisje, ‘slechte’ vrouwen zijn jaloerse dames. Het valt op dat Havank eigenlijk vrij weinig kennis had over de geschiedenis van buitenplaatsen, of deze kennis niet inzette bij het schrijven. Alleen de vlakke personages en de aankleding van de kastelen krijgen aandacht in het verhaal, waardoor het plot achterblijft.
En juist het plot is zo belangrijk in het vertellen van verhalen over de buitenplaats. Het plot is de structuur waarin schrijvers hun verhalen vormgeven. Volgens Hayden White gebruiken fictieschrijvers en historici dezelfde retorische stijlfiguren en plotstructuren. Goede geschiedschrijving heeft volgens White een onderscheidend begin, midden en eind en historici kiezen een bepaalde fictieve structuur, bijvoorbeeld de tragedie, om hun verhaal vorm te geven. Fictie en geschiedschrijving hebben niet hetzelfde doel, maar ze hebben wel beide eenzelfde soort structuur nodig. Om een betekenisvol verhaal over de buitenplaats te vertellen, al is dat historisch of fictief, is een goedlopend plot essentieel.
Het verschil tussen geschiedschrijving over Anna Maria en het verhaal van Havank illustreert duidelijk dat bij de detectiveschrijver een goed plot ontbreekt. In hun boek over de Dekema State beschrijven Yme Kuiper en Sjoerd Cuperus de jeugd en het latere leven van Anna Maria. Ze vertellen dat ze een bemiddelde vrouw was die verantwoordelijkheid nam voor de financiële administratie van haar familie en de eigenaren van de Dekema State een groot fortuin naliet. Anna Maria speelde volgens hen een instrumentele rol in de geschiedenis van de Dekema State. Dit historische verhaal heeft een duidelijk begin, midden en eind, terwijl Havank slechts de fractie van haar leven gebruikt die hem het meeste aanspreekt: het moment waarop ze is geportretteerd. Hij besteedt alleen aandacht aan haar uiterlijk, terwijl haar prestaties en intellectualiteit ver te zoeken zijn in wat hij over haar schrijft.
Fictie biedt ons een wereld aan inspiratie voor het vertellen van verhalen over de buitenplaats. Dit medium maakt deze historische plekken niet alleen toegankelijk voor de alledaagse bezoeker, het kan volgens White historici middelen bieden om de juiste plotstructuur te vinden voor het verhaal dat ze willen vertellen. De fictie van Havank doet eerder af aan het historische verhaal van de Dekema State. Het verhaal doet geen recht aan een belangrijk historische figuur en Havanks obsessie met Anna Maria van Burmania verdoezelt haar nalatenschap.
Portretten zijn als vensters naar het verleden, ze laten slechts één beeld zien. Ze kunnen ons pas meer inzicht bieden in het verleden als we verder kijken naar de afgebeelde persoon in andere bronnen en niet blijven hangen in de perfecte momentopname waar Havank zo verliefd op was.
Geef een reactie