Virginia Woolf werd geboren op 28 januari 1882 in Londen. Toen ze negen jaar oud was, begon ze al met het schrijven van verhalen. Eenmaal getrouwd kocht ze in 1919 Monk’s House, een 16e-eeuws landhuis in East Sussex. In de writing lodge in de tuin schreef ze veel van haar boeken. Tegenwoordig wordt het werk van Woolf beschreven als ‘vernieuwend’. Dit staat in groot contrast met haar conservatieve levenshouding, voornamelijk in het laatste deel van haar leven. Haar roman Orlando: A biography is een goed voorbeeld van de clash tussen haar modernistische werk en haar uiteindelijk vrij conservatieve gedachtegoed.
Het boek begint in de 16e eeuw, eindigt in 1928 en beslaat een periode van meer dan drie eeuwen. De hoofdpersoon is Orlando, een jonge dichter. Orlando heeft een verhouding met koningin Elizabeth. Na haar dood krijgt hij een relatie met een Russische prinses. Die duurt niet lang, want de prinses keert snel terug naar Moskou. Na een winternacht, waarin het opmerkelijk hard heeft gedooid, wordt Orlando wakker als vrouw. Ze sluit zich aan bij een groep rondtrekkende zigeuners. Na haar sekseverandering verbaast ze zich over de verwachtingen en omgangsvormen waar ze nu aan moet voldoen. Wanneer ze terugkomt in het ondertussen 18e-eeuwse Engeland, worden er rechtszaken tegen haar aangespannen, onder andere over de vraag of zij nu man of vrouw is.
In haar tijd was Virginia Woolfs schrijven over de geslachtsverandering van Orlando revolutionair te noemen. Met name als ze het had over de ‘obstakels’ die Orlando als vrouw tegenkwam. Zo kon ze niet meer zomaar haar zwaard trekken, vloeken of haar mening geven, maar moest ze bescheiden en kuis zijn. Hoewel het boek bekend is geworden om deze verhaallijn, lijkt het alsof Virginia Woolf helemaal geen groot iets maakt van deze sekseverandering. Dit blijkt uit het feit dat ze geen verandering in de fysieke verschijning noch in de identiteit van Orlando beschrijft.
Met het schrijven van Orlando benoemde Virginia Woolf zichzelf tot pseudobiograaf. Het boek is geïnspireerd op het leven van Victoria (Vita) Sackville-West, een aristocratische schrijfster die was opgegroeid in Knole House, een van de grootste Engelse landhuizen. De roman is eigenlijk een liefdesbrief aan Vita in de vorm van een pseudo-biografie. Virginia Woolf was namelijk zeer onder de indruk van Vita, zoals ze in 1922 in haar dagboek schreef. Hoewel beide vrouwen getrouwd waren met een man, kregen ze een relatie met elkaar in 1925-1926.
In 1924 had Virginia Woolf zich in haar dagboek lovend uitgelaten over Knole, maar toonde zich ook kritisch over Vita’s privileges. Zo schreef ze dat Knole onderdak kon bieden aan alle mensen uit een arme wijk in Bloomsbury in London. In 1927 bezocht ze Vita opnieuw in Knole. Ze was inmiddels minder kritisch en meer verliefd. Tijdens het bezoek raakte ze gefascineerd door de conservatieve country house ideology, waarin het landhuis dient als symbool van continuïteit tussen generaties en een gemoedelijke relatie tussen de aristocratie en de buitenwereld. Het landhuis was sinds de 16e eeuw in het bezit van Vita’s familie en is tien generaties lang doorgegeven. Het Engelse aristocratische erfrecht maakte het Vita onmogelijk Knole te erven van haar vader, de tweede baron van Sackville – simpelweg omdat ze een vrouw was.
De landhuizen in de boeken van Virginia Woolf herinneren aan de Engelse country house-traditie, en de bijbehorende waarden, eigendomsverhoudingen en verervingsregels. Woolf geeft een beeld van wat zich afspeelt in de landhuizen zonder een koppeling te maken naar hun verleden. Dat is opvallend, want Woolf wordt politiek altijd als liberaal en anti-autoritair gezien. Hoewel ze tegen de jaren dertig actief lid was van de lokale Labour Party, toonde ze maar weinig solidariteit met de lagere klasse, ook niet met het personeel dat voor haar werkte.
Virginia Woolf vond dat vrouwen minder vrijheid genoten dan de man. De manier waarop ze de transitie van Orlando van man naar vrouw beschrijft, laat dit zien. Dit verschil in vrijheid kwam onder andere voort uit de manier waarop het politieke systeem en de samenleving in haar tijd waren georganiseerd. Woolf schrijft veel over dit onderwerp, maar toch maakt ze onderscheid tussen ‘haarzelf en haar klasse’ en de ‘werkende klasse’. Met haar liefde voor Vita als mogelijke reden lijkt het alsof haar conservatisme gelijk op ging met haar liefde voor het landgoed Knole.
Rianne Averink en Sylvia Leenaers
Geef een reactie